Wijzigingen binnen de ABU CAO | 1 juli 2023

Alle labels van House of Work zijn lid van de ABU en zijn SNF gecertificeerd. De ABU CAO die hierbij hoort is dus van toepassing voor onze bedrijven. De nieuwe CAO heeft een looptijd van 2 januari 2023 tot 1 januari 2024. Een aantal wijzigingen zijn al ingegaan per 1 januari 2023. Ook zijn er wijzigingen die vanaf 1 juli 2023 zijn ingegaan.

Om te starten vind je hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. Daarna vind je een uitgebreidere uitleg bij elk artikel.

 

Gewerkte weken [Art. 2]

Wat wijzigt: Betaalde vakanties tellen mee voor gewerkte weken

De eerste wijziging in de CAO is al op 2 januari van dit jaar doorgevoerd. Deze stelt dat een gewerkte week niet meer alleen een week is waarin daadwerkelijk gewerkt is. Onder gewerkte weken vallen nu ook de weken waarin een betaalde vakantie is opgenomen. Hierdoor eindigt fase A eerder.

 

Inroosteren [Art. 7a]

Wat wijzigt: Beschikbaarheid uitzendkracht wordt leidend voor planning

Zomaar een flexmedewerker inplannen wanneer het de inlener uitkomt, gaat niet meer. De beschikbaarheid die de medewerker zelf heeft opgegeven, is vanaf nu leidend voor het maken van de planning. Als een flexkracht aangeeft niet te kunnen of willen werken, mag je de medewerker niet verplichten alsnog te komen. Dit geldt niet als er vaste arbeidstijden overeen zijn gekomen. Deze wijziging gaat in op 1 juli.

N.B. > dit is hoe de afspraken zijn gemaakt tussen de vakbonden en de ABU. In de praktijk zullen internationale flexkrachten niet snel teruggrijpen op dit artikel en juist blij zijn met ieder uur dat zij kunnen werken. Mocht zich onverhoopt toch een dergelijke situatie voordoen neem dat altijd contact op met ons om hier met de Flexkracht over te spreken of voor het samen vinden van een andere oplossing.

 

Rechtspositie [Art. 10]

Wat wijzigt: Elke opvolgende uitzendovereenkomst voor de duur van tenminste 4 weken

Alle opvolgende uitzendovereenkomsten (met of zonder uitzendbeding) bij dezelfde inlener moeten tenminste voor de duur van vier weken zijn aangegaan. Ook dit gaat per 1 juli 2023 in.

 

Werkervaring verzilveren [Art. 12]

Wat wijzigt: Relevante werkervaring moet bij inschaling tot uiting komen en voor periodieke verhogingen gelden dezelfde regels als gebruikelijk is bij de opdrachtgever

Per 1 juli 2023 moet relevante werkervaring voor uitzendkrachten tot uiting komen. Inschaling zal dus op het juiste niveau in de salarisschalen moeten plaatsvinden zoals dat ook bij vaste/eigen werknemers wordt toegepast en zodoende wordt werkervaring altijd beloond
 

Bij inschaling

Bij inschaling betekent dit dat voor uitzendkrachten relevante werkervaring altijd beloond moet worden. Ze mogen hierdoor dus niet in de onderste/laagste trede worden ingeschaald. Dit geldt ook als de opdrachtgever voor eigen medewerkers geen rekening houdt met relevante werkervaring. Daarnaast betekent dit ook dat zodra de uitzendkracht terugkeert bij dezelfde opdrachtgever, of een opdrachtgever binnen hetzelfde CAO-gebied in nagenoeg dezelfde functie, dat minimaal de eerdere inschaling aangehouden moet worden. Indien er in de onderbroken contractperiode sprake is van een tredeverhoging o.b.v. de inlenersbeloning, dan moet deze ook toegekend worden (alsof de uitzendkracht geen contract onderbreking heeft gehad), tenzij de contract onderbreking meer dan 9 maanden is.
 

Periodieke verhogingen

Periodieke verhogingen worden op dezelfde wijze toegekend als bij de opdrachtgever gebruikelijk is. Als de periodieke verhoging afhankelijk is van een beoordeling, dan krijgt de uitzendkracht altijd een verhoging toegekend. Dit geldt niet als er kan worden aangetoond dat de uitzendkracht een negatieve beoordeling, volgens de regels/procedures van de opdrachtgever, heeft gekregen. Wanneer de beoordeling niet of niet op tijd heeft plaatsgevonden, krijgt de uitzendkracht altijd een periodieke verhoging zoals bij de opdrachtgever het meest gangbaar is.

 

Uitbreiding inlenersbeloning [Art. 16]

Wat wijzigt: Uitzendkrachten krijgen dezelfde toeslagen en kostenvergoedingen als vaste medewerkers

Cao-partijen willen tot meer gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden komen. Dit betekent dat als uitzendkrachten in opdracht werken bij een opdrachtgever, zij recht hebben op dezelfde toeslagen en kostenvergoedingen als vaste medewerkers in loondienst bij de opdrachtgever. De toeslag waar de uitzendkracht recht op heeft, kan bijvoorbeeld bestaan ​​uit een overwerktoeslag. Ook heeft de uitzendkracht recht op alle kostenvergoedingen.

Alle kostenvergoedingen, ongeacht of deze vrij zijn van loonheffing en premies, kunnen worden uitgekeerd volgens de geldende fiscale wetgeving. Een voorbeeld van een kostenvergoeding die vrij is van loonheffing/premies is bijvoorbeeld de reiskosten. Het deel dat door de wet niet gericht is vrijgesteld wordt bruto uitgekeerd. Deze regeling gaat in per 1 juli 2023.

 

Arbeidsongeschiktheid [Art. 25]

Wat wijzigt: Arbeidsongeschiktheid zorgt niet meer voor automatische beëindiging fase A-Met Uitzendbeding contract (MUB)

Per 1 juli 2023 wijzigen de afspraken rondom arbeidsongeschiktheid in een fase A-MUB contract. In de CAO wordt opgenomen dat de uitzendovereenkomst A-MUB contract niet automatisch eindigt in geval van een ziekmelding (en dus sprake is van arbeidsongeschiktheid), maar doorloopt tot de overeengekomen einddatum.
 

Pensioen

De Eerste Kamer heeft op 30 mei voor De Wet toekomst pensioenen (Wtp) gestemd en deze treedt per 1 juli 2023 in werking. “Dit heeft gevolgen voor de pensioenregeling voor uitzendkrachten, de STiPP-regeling. Deze bestaat nu nog uit drie fasen. De eerste acht weken geldt de zogeheten referte-eis. Deze niet meer gangbare wachttijd verdwijnt per 1 juli 2023 als de Wtp ingaat. Er is ook geen sprake meer van een drempelperiode. Vanaf 1 juli 2023 komt iedere uitzendkracht van minimaal 21 in de STIPP-basisregeling terecht en na een jaar in de plusregeling. Per 1 januari 2024 gaat de toetredingsleeftijd van 21 naar 18 jaar.